Algemeen

Niet enkel moeten dove anderstaligen Nederlands leren, ook hebben ze recht om Vlaamse Gebarentaal te verwerven. De bestaande cursussen Nederlands en Vlaamse Gebarentaal zijn vaak echter niet op hun maat gemaakt: cursussen Vlaamse Gebarentaal zijn niet bedoeld voor anderstaligen/doven en cursussen Nederlands zijn vaak niet toegankelijk voor dove personen. Het is dus niet evident voor dove migranten om Nederlands of Vlaamse Gebarentaal te leren. Nochtans is taal noodzakelijk voor een vlotte hulpverlening en voor participatie aan de samenleving. Daarom is het belangrijk om als dienst bewust te zijn van de specifieke communicatienoden van dove migranten en hiernaar aanpassingen door te voeren.

De eerste stap is om de juiste communicatiemethode te kiezen en de juiste tolken in te schakelen. Dove migranten hebben meestal kennis van één of verschillende geschreven talen en gebarentalen. Afhankelijk van de kennis en wensen van de dove migrant kan er dus gecommuniceerd worden via geschreven taal of gebarentaal of een combinatie van beiden, aangezien dove personen vaak verschillende geschreven talen machtig zijn, maar nood kunnen hebben aan een tolk tijdens gesprekken rond het onderwerp van migratie.

Bovendien is het belangrijk om de communicatiemethodes aan te passen naargelang de taalbeheersing van de dove migrant evolueert.

Gebarentaal

Er bestaan verschillende (nationale) gebarentalen dus meestal is de migrant VGT niet machtig, maar wel een andere nationale gebarentaal of International Sign (een mengeling van verschillende gebarentalen die ontstaat wanneer dove gebarentaligen elkaar ontmoeten in een internationale context). Indien de persoon een andere gebarentaal machtig is en verkiest om in deze te communiceren, kan er best een dove tolk ingeschakeld worden in samenwerking met een horende tolk VGT. Het is vanzelfsprekend belangrijk om een tolk in te schakelen met kennis van de gebarentaal in kwestie. Indien er geen dove tolk beschikbaar is die de gebarentaal kent, de persoon gebruikt een onbekende gebarentaal of heeft helemaal geen kennis van taal, kan ook een dove tolk ingezet worden. Verschillende onderzoeken hebben aangetoond dat dove tolken in deze situaties vlotter kunnen communiceren dan tolken Vlaamse Gebarentaal en dit een positieve invloed heeft de kwaliteit van hulpverlening. Ook indien de dove persoon VGT wel volledig of gedeeltelijk machtig is, is het vaak een meerwaarde om ook een dove tolk in te schakelen, aangezien horende tolken VGT vaak de stijl van gebaren van dove migranten niet volledig begrijpen en vice versa, waardoor er hiaten ontstaan in de communicatie.

Geschreven taal

Verschillende dove mensen verkiezen om te communiceren via geschreven taal in plaats van gesproken taal en gebarentaal. Dit kan op een rechtstreekse manier gebeuren indien de migrant één van de landstalen machtig is of via een tolk die de gesproken taal van de dienstverlener vertaalt en omzet naar de geschreven taal van de migrant en omgekeerd.

Fedasil - Handleiding: Begeleiding van dove & slechthorende verzoekers (NL + FR)

Kom je soms in contact met dove of slechthorende asielzoekers, maar weet je niet goed hoe je best met hen communiceert? Dan vind je een heleboel nuttige informatie in de handleiding “Begeleiding van dove & slechthorende verzoekers”. Doof Vlaanderen maakte in samenwerking met Fedasil en FFSB deze handleiding om de dienstverlening voor dove en slechthorende verzoekers tot internationale bescherming te optimaliseren. Je vind er algemene informatie van doof- en slechthorendheid, verschillende communicatievormen, praktische informatie, potentiële hindersnissen, correcte terminologie, aanbevelingen, oefeningen, FAQ… Kortom, alles wat jij wil weten om dove en slechthorende verzoekers goed verder te helpen vanuit jouw eigen rol! 

 

Gids Fedasil

Handleiding: Begeleiding van dove & slechthorende verzoekers (NL)

Guide: Accompagnement des demandeurs sourds & malentendants (FR)

Onderzoeken

Er is in Vlaanderen nagenoeg geen onderzoek gebeurd naar migratie van dove mensen. Aan de KU Leuven werden wel een bachelorproef en een masterproef gewijd aan de inburgering van dove allochtonen, asielzoekers en vluchtelingen en de meerwaarde van het inzetten van een tolk in de communicatie met hen.

Van Schil, E. (2016). Allochtone doven in de provincie Antwerpen. De belangrijkste elementen van het inburgerings- en integratieproces in kaart gebracht. KULeuven.

De Vlaamse overheid benadrukt in haar visie op inburgering en integratie herhaaldelijk het belang van het leren van Nederlands als tweede taal. Van Schil (2016) stelt vast dat de overheid onvoldoende inspanningen levert om dove allochtonen dezelfde kansen te geven tot inburgering en integratie als horende allochtonen. Dit uit zich onder andere op volgende manieren:

  • Een NT2-traject op maat bestaat niet voor dove allochtonen. Ze moeten daardoor vaak een traject volgen dat niet meteen aansluit bij hun beginsituatie of zelf zoeken naar het meest geschikte traject. Hoewel zij op het vlak van informeel en niet-formeel leren al minder kansen hebben dan horenden, is er maar 1 lesmoment per week, wat de oefenkansen in de klas beperkt. Een ruimer aanbod (minimum tweemaal per week) van een traject op maat (betaalde lesgevers per niveaugroep) zou de lessen voor de ene dove cursist aantrekkelijker maken en voor de andere toegankelijker.
  • Daarnaast is het erg vreemd dat de enige NT2-klas voor allochtone doven geen werkingsmiddelen heeft voor voldoende leerkrachten of voor computers, maar moet werken met vrijwilligers en voor de infrastructuur afhankelijk is van giften.

Dove allochtonen en hun begeleiders zelf stuiten op problemen bij het inburgerings- en integratieproces. Die problemen zijn verschillend van aard:

  • Er doen zich regelmatig communicatieproblemen voor. Dat komt enerzijds doordat er geen budget beschikbaar is voor de professionele organisaties om (verbindings)tolken in te schakelen. Anderzijds is het te wijten aan de regelgeving die dove allochtonen van buiten de EU de eerste 5 jaar dat zij in België verblijven geen recht op tolkuren geeft. Dove allochtonen hebben bij hun integratie- en inburgeringsproces ondersteuning nodig van tolken om dat proces snel te kunnen aanvangen en het vlot en eerlijk te laten verlopen. Nu is de doelgroep voor hulp bij communicatie vaak aangewezen op familie, derden of vrijwilligers.
  • De wettelijke verblijfsvoorwaarden vormen eveneens een ernstige beperking voor het tijdig inschakelen van de nodige begeleiding. Enkel op het vlak van trajectbepaling en arbeidsbemiddeling heeft de doelgroep van bij aankomst in België recht op professionele ondersteuning. Het aanwerven van gediplomeerde tolken Vlaamse Gebarentaal binnen die diensten ondersteunt daarbij de communicatie. Toch voelt ook die sector de nood aan (verbindings)tolken.
  • De testen die deel uitmaken van het arbeidsonderzoek, de intakeprocedure en de niveaubepalingstesten voor NT2 zijn niet afgestemd op de doelgroep.
  • Er is maar één Centrum voor Volwassenenonderwijs in Vlaanderen met een aanbod voor dove allochtonen. Voor heel wat allochtonen is er geen aanbod in hun buurt waarbij ze kunnen aansluiten. Nederlands leren op een formele manier is voor hen dan erg moeilijk, aangezien de wekelijkse verplaatsing naar Mechelen voor velen niet haalbaar is.
  • Inburgeringscursussen voor dove allochtonen worden slechts sporadisch ingericht. Sommige dove allochtonen worden vrijgesteld ‘om medische redenen’, terwijl het probleem bij het aanbod ligt.
  • Dove allochtonen in contact brengen met Dovenclubs maakt momenteel geen deel uit van de standaardprocedure van de verschillende begeleidingsdiensten. De Dovenclubs zijn nochtans van belang bij het bevorderen van het integratieproces.

Opvallend is dat dove allochtonen in Antwerpen aangeven geen discriminatie te ervaren op basis van hun allochtone afkomst. Bij het zoeken naar werk – zelfs via een professionele dienst als VDAB – of bij het werken zelf ervaren zij discriminatie op basis van hun doofheid. De professionele begeleiders erkennen dat. Doofheid is nog te weinig gekend bij werkgevers en schrikt hen af. Een ruimere omkadering voor de arbeidsbemiddeling op de werkvloer zou dat probleem deels kunnen verhelpen, zo argumenteert Van Schil (2016). Hoewel de trajectbepaling en de arbeidsbemiddeling in het algemeen succesvol zijn, ervaren sommige doven het als discriminerend dat zij in een maatwerkbedrijf tewerkgesteld worden.

Van Schil, E. (2017). Onderzoek naar de meerwaarde van (dove) gebarentaaltolken in de communicatie met dove allochtonen, asielzoekers en vluchtelingen in Vlaanderen. KULeuven.

Allochtone doven vormen een aparte doelgroep voor gebarentaaltolken overal ter wereld. Het is een groep die bestaat uit doven van de eerste, tweede of derde generatie die al langer of minder lang in ons land verblijven, uit asielzoekers en uit vluchtelingen. Een steeds groeiend aantal onder hen komt, gezien de toenemende vluchtelingenstroom, in België en in Vlaanderen terecht. Net zoals horende mensen die immigreren, worden zij geconfronteerd met de aanpassing aan een nieuwe cultuur, aan nieuwe gewoonten en aan nieuwe waarden en normen. Die aanpassingen worden van hen verwacht om het integratieproces in de maatschappij te vergemakkelijken en vlot samenleven mogelijk te maken. Daarnaast staan dove allochtone nieuwkomers, in België en elders ter wereld, voor een extra uitdaging. Niet enkel moeten ze zich aanpassen aan een nieuwe omgeving waar ze werk moeten zoeken en zich thuis kunnen voelen, bovendien moeten ze twee nieuwe talen leren: de lokale gesproken taal en de lokale gebarentaal.

Voor dove migranten in België wil dit zeggen dat ze op zijn minst met twee nieuwe talen geconfronteerd worden in het dagelijkse leven: Nederlands en Vlaamse Gebarentaal (VGT) of Frans en Langue des Signes de Belgique Francophone (LSFB). Dat moeten ze waarmaken in een omgeving waar de maatschappelijke structuren van integratie voor dove personen onbestaand zijn. Kennis van de gebarentaal van het land of de regio waar de nieuwkomer zal verblijven, maakt niet enkel de communicatie met behulp van gebarentaaltolken eenvoudiger, maar zorgt er ook voor dat ze met andere doven kunnen communiceren en kunnen integreren in de (Vlaamse of Waalse) Dovengemeenschap. Wie geen gebarentaal kent, wie communiceert via een Home Sign System of wie geen enkele notie van taal heeft, ondervindt daarbij de grootste moeilijkheden.

Van Schil (2017) stelt vast dat wie als dove asielzoeker in ons land aankomt, in de hoop het vluchtelingenstatuut te kunnen verwerven, tijdens het eerste interview bij de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) of tijdens het hoorzitting in het kader van de asielprocedure meteen al botst op een ernstig probleem: de overheidsdiensten vinden vaak geen geschikte tolk die de eerste gesprekken in ons land kan tolken.

Dove en horende tolken geven aan dat ze voor de doelgroep aangepaste tolkstrategieën inzetten. Voorbeelden daarvan zijn:

  • Visueler tolken
  • Gebaren uit een andere gebarentaal gebruiken
  • Meer voorbeelden geven
  • Gesproken componenten aanpassen
  • Meer steunen op ruimtegebruik
  • Vingerspelling aanpassen of vermijden

De meeste tolken gebruiken meer iconische gebaren om het voor de doelgroep eenvoudiger te maken. Die tolkstrategie kan echter bemoeilijkt worden door een gebrek aan informatie over de achtergrond van de dove allochtone cliënt. Om de juiste iconische gebaren te kunnen gebruiken, is informatie over de leefomstandigheden van de cliënt in zijn land van herkomst erg belangrijk, en net die informatie ontbreekt zo vaak. Naast het inzetten van specifieke tolkstrategieën, maakt ook het gebruik van International Sign de communicatie voor de doelgroep gemakkelijker.

Zowel horende en de dove tolken merken echter op dat het belangrijk is om bij de doelgroep weloverwogen te kiezen tussen simultaan of consecutief tolken. Consecutief tolken kan belangrijk zijn om permanent oogcontact te houden met de dove allochtoon, zodat de tolk kan inspelen op de reacties van de cliënt, zijn mimiek kan zien, hem kan zien knikken… Daarnaast geeft een van de dove tolken aan dat ze tijdens een gesprek voortdurend afwisselt tussen consecutief en simultaan tolken, naargelang de complexiteit van het onderwerp, de extra toevoegingen en voorbeelden die nodig zijn om de boodschap over te brengen, de vertrouwdheid van de dove allochtone cliënt met bepaalde gebarentalen of met International Sign… Ook als een dove cliënt vaak om herhaling vraagt of aangeeft dat hij het niet begrijpt, is consecutief tolken aangewezen.

Alle geïnterviewde tolken zien een meerwaarde in het inschakelen van dove en horende gebarentaaltolken in de communicatie met de doelgroep. Ze zijn het echter ook eens over een aantal belangrijke knelpunten die maken dat teamtolken voor de doelgroep momenteel nog geen evidentie is. De knelpunten die zij benoemen zijn:

  • Een gebrek aan informatie over de talige en de culturele achtergrond van de cliënt
  • Een aantal hiaten in de regelgeving
  • Een gebrek aan opleiding voor en erkenning van dove tolken